ABC van denkfouten Beschikbaarheidseffect

Toen ik vorige week postzegels ging kopen bij de kantoorboekhandel om de hoek, viel mijn oog op een display op de toonbank: ‘Hier is een winnend lot verkocht’, stond er in koeienletters. Nou èn, dacht ik. Fijn voor de winnaar, maar wat moet ík ermee? ‘Waarom staat deze tekst hier?’, vroeg ik aan de verkoopster. ‘Heb ik hier meer kans om een lot te winnen dan ergens anders?’

Nog voordat de vrouw reageerde, wist ik het antwoord al. Ik ontdekte het door mijn eigen reactie. Tot vijf minuten geleden had ik alleen aan postzegels gedacht, maar nu kwam de gedachte bij me op dat ook ík een prijs zou kunnen winnen. Ik aarzelde, maar toen de verkoopster verlegen zei dat ze niet precies wist waar de tekst op sloeg, liep ik de winkel uit. Met postzegels, maar zonder lot.

De bedenker van deze reclame voor de Staatsloterij appelleert aan een veel voorkomende denkfout. Door de aandacht van de lezer eenzijdig te vestigen op de winnaar, zorgt de loterij ervoor dat de lezer zijn kansen op een prijs overschat. Zo ontstaat een denkfout die in de psychologie bekendstaat als de beschikbaarheidsfout.

 

Wanneer mensen een oordeel vellen, een kans of risico inschatten, laten ze zich in de meeste gevallen leiden door voorbeelden en ervaringen die ze als eerste uit hun geheugen kunnen opdiepen. Maar deze ‘beschikbare’ informatie is niet per se de juiste informatie. Zo leek het na de Amsterdamse zedenzaak van Robert M. opeens alsof op elke crèche criminele pedofielen rondliepen. Met het krachtige en emotionele voorbeeld van Robert M. in het recente geheugen, beschuldigden ouders vaker dan voor de zedenzaak mannelijke crèchemedewerkers van misbruik van jonge kinderen. Een begrijpelijke maar vooringenomen reactie.

Het denken is doordrenkt van beschikbaarheidsfouten en dat is niet toevallig. Onze hersenen houden van concrete informatie, van ervaringen die indruk maken en emoties oproepen. Zo overschatten de meeste mensen de kans op een gewelddadige dood door een natuurramp of auto-ongeluk vanwege het simpele feit dat rampen en ongelukken emoties oproepen, sensationeel zijn en daardoor beter beschikbaar blijven in ons brein. Wat beschikbaar is, wordt bovendien sterk beïnvloed door de media. Na de asbest-affaire in Utrecht zagen we dat ook in andere steden bewoners, gemeentes en woningcorporaties nerveus werden. Daar asbest, dan hier ook misschien?

Psychologen hebben tientallen experimenten uitgevoerd waarbij proefpersonen foutief redeneren als gevolg van de beschikbaarheidsfout. Zo moest een groep proefpersonen een lijstje met positieve karaktereigenschappen lezen, en een tweede groep een lijstje met negatieve. Daarna kregen beide groepen hetzelfde verhaaltje te lezen en moesten ze een oordeel vellen over de hoofdpersoon. De groep die vooraf de positieve eigenschappen had gelezen, oordeelde veel positiever over de man dan de tweede groep. De positieve karaktereigenschappen waren ‘beschikbaar’ en beïnvloedden hun oordeel.

Wie beschikbaarheidsfouten wil voorkomen, krijgt het moeilijk: de vergissingen ontstaan meestal door snel en intuïtief denken. Vraag je bij een belangrijke beslissing af door welke emotionele of opzienbarende gebeurtenis of ervaring je oordeel is beïnvloed. Corresponderen de feiten wel met je intuïtieve indrukken?

 

En wie nu opeens overal beschikbaarheidsfouten ziet, weet in elk geval hoe het komt.

 

 

Dit is de tweede aflevering van een 26-delige serie over denkfouten en gepubliceerd in de Volkskrant van 5 september 2012.