De menselijke gebreken van Roos Vonk
Of ik achteraf nog achter de vijf sterren sta die ik op 18 juni in Boeken gaf aan Menselijke gebreken voor gevorderden van de Nijmeegse hoogleraar Roos Vonk, zo vroegen enkele lezers van de Volkskrant zich af. Inmiddels is immers gebleken dat het vlees-hufter onderzoek dat ze samen met Diederik Stapel deed op bedrog berust. De vraag is: kan iemand die fraudeert met onderzoeksgegevens eigenlijk wel een goed boek schrijven?
Ik vind Menselijke gebreken voor gevorderden een goed boek, nog steeds. Het feit dat lezers zich deze vraag stellen, komt trouwens ook voort uit een menselijk gebrek, om maar in de terminologie van Vonk te blijven. In het beoordelen van andere mensen vallen we gemakkelijk terug op simpele schema’s. In de psychologie staat dit mechanisme bekend als het horn-effect: als iemand één ding verkeerd doet, zal hij wel helemaal niet deugen. Zo’n fout komt voort uit onze behoefte aan consistentie, aan harmonie. We denken dat mensen eenduidig zijn; we kunnen moeilijk bevatten dat anderen, ook wijzelf, een vat vol tegenstrijdigheden zijn, dat we goede en slechte kanten hebben. Afgezien van deze psychologische misrekening wordt hier bovendien een logische denkfout gemaakt. Achteraf een heel boek diskwalificeren omdat de auteur een fout heeft gemaakt, is een overhaaste generalisatie, een drogredenering. Maar dit terzijde.
Interessanter is het om te kijken hoe het komt dat Roos Vonk in ijltempo een persbericht uitbracht over het onderzoek naar de relatie tussen vlees eten en gedrag. Waarom niet eerst de onderzoeksgegevens aan een kritische peer review onderworpen? Waarom niet stilgestaan bij de kritiek van een wiskundige die haar mailde dat zulke mooie data echt niet konden? Het is te vergelijken met de arts die de symptomen van een ernstige ziekte bij zichzelf niet herkent: Roos Vonk is in de valkuilen getrapt waarvoor ze haar lezers in Menselijke gebreken voor gevorderden waarschuwt.
Ten eerste is Vonk ten prooi gevallen aan de confirmation bias, wat erop neer komt dat de mens geneigd is om informatie die hem onwelgevallig is te negeren. Vonk wilde zo graag dat vleeseters hufters waren, dat ze kritiek wegwuifde en alleen de resultaten omarmde die haar hypothese bevestigden. Wie zichzelf wil leren kennen en verbeteren, zou feed-back met open armen moeten ontvangen, schrijft Roos Vonk in haar boek. Maar in de praktijk gaat het er anders aan toe. Dan willen we zo goed mogelijk voor de dag komen en wimpelen we kritiek maar al te vaak af als niet opbouwend. Bij Pauw en Witteman gaf ze toe dat ze de man die haar kritiek gaf had afgebekt.
Ten tweede is Vonk met open ogen in een emotionele val gelopen. In de psychologie wordt dit de affectieve heuristiek genoemd: intuïtieve affecties beïnvloeden onbewust onze beslissingen. De beoordeling van de onderzoeksgegevens van collega Stapel baseerde Vonk niet op rationele afwegingen, maar op haar relatie met hem. Ze kent Diederik Stapel al twintig jaar, ze noemt hem een vriend, ze gaan één keer per jaar samen eten.
Zelfs een hoogleraar sociale psychologie heeft menselijke gebreken. Helaas heeft de toevoeging ‘voor gevorderden’ vanaf nu een ironische bijklank.
Suzanne Weusten
Dit artikel is gepubliceerd in de Volkskrant van 24 september 2011
Of ik achteraf nog achter de vijf sterren sta die ik op 18 juni in Boeken gaf aan Menselijke gebreken voor gevorderden van de Nijmeegse hoogleraar Roos Vonk, zo vroegen enkele lezers van de Volkskrant zich af. Inmiddels is immers gebleken dat het vlees-hufter onderzoek dat ze samen met Diederik Stapel deed op bedrog berust. De vraag is: kan iemand die fraudeert met onderzoeksgegevens eigenlijk wel een goed boek schrijven?
Ik vind Menselijke gebreken voor gevorderden een goed boek, nog steeds. Het feit dat lezers zich deze vraag stellen, komt trouwens ook voort uit een menselijk gebrek, om maar in de terminologie van Vonk te blijven. In het beoordelen van andere mensen vallen we gemakkelijk terug op simpele schema’s. In de psychologie staat dit mechanisme bekend als het horn-effect: als iemand één ding verkeerd doet, zal hij wel helemaal niet deugen. Zo’n fout komt voort uit onze behoefte aan consistentie, aan harmonie. We denken dat mensen eenduidig zijn; we kunnen moeilijk bevatten dat anderen, ook wijzelf, een vat vol tegenstrijdigheden zijn, dat we goede en slechte kanten hebben. Afgezien van deze psychologische misrekening wordt hier bovendien een logische denkfout gemaakt. Achteraf een heel boek diskwalificeren omdat de auteur een fout heeft gemaakt, is een overhaaste generalisatie, een drogredenering. Maar dit terzijde.
Interessanter is het om te kijken hoe het komt dat Roos Vonk in ijltempo een persbericht uitbracht over het onderzoek naar de relatie tussen vlees eten en gedrag. Waarom niet eerst de onderzoeksgegevens aan een kritische peer review onderworpen? Waarom niet stilgestaan bij de kritiek van een wiskundige die haar mailde dat zulke mooie data echt niet konden? Het is te vergelijken met de arts die de symptomen van een ernstige ziekte bij zichzelf niet herkent: Roos Vonk is in de valkuilen getrapt waarvoor ze haar lezers in Menselijke gebreken voor gevorderden waarschuwt.
Ten eerste is Vonk ten prooi gevallen aan de confirmation bias, wat erop neer komt dat de mens geneigd is om informatie die hem onwelgevallig is te negeren. Vonk wilde zo graag dat vleeseters hufters waren, dat ze kritiek wegwuifde en alleen de resultaten omarmde die haar hypothese bevestigden. Wie zichzelf wil leren kennen en verbeteren, zou feed-back met open armen moeten ontvangen, schrijft Roos Vonk in haar boek. Maar in de praktijk gaat het er anders aan toe. Dan willen we zo goed mogelijk voor de dag komen en wimpelen we kritiek maar al te vaak af als niet opbouwend. Bij Pauw en Witteman gaf ze toe dat ze de man die haar kritiek gaf had afgebekt.
Ten tweede is Vonk met open ogen in een emotionele val gelopen. In de psychologie wordt dit de affectieve heuristiek genoemd: intuïtieve affecties beïnvloeden onbewust onze beslissingen. De beoordeling van de onderzoeksgegevens van collega Stapel baseerde Vonk niet op rationele afwegingen, maar op haar relatie met hem. Ze kent Diederik Stapel al twintig jaar, ze noemt hem een vriend, ze gaan één keer per jaar samen eten.
Zelfs een hoogleraar sociale psychologie heeft menselijke gebreken. Helaas heeft de toevoeging ‘voor gevorderden’ vanaf nu een ironische bijklank.
Suzanne Weusten
Dit artikel is gepubliceerd in de Volkskrant van 24 september 2011